Tijdens de herfst en wintermaanden is het weer tijd om de kaarsen aan te zetten en te genieten van de sfeer in huis. Dit is gelijk ook het moment dat je fotograferen bij kaarslicht een leuke uitdaging kan zijn. Of je nu de kaars en de vlam op de foto zet of het licht gebruikt om een ander object te fotograferen: met deze tips kun je altijd een goed resultaat krijgen.
Heb je weleens geprobeerd om met een digitale camera of een spiegelreflexcamera kaarslicht te fotograferen? Dan weet je dat dit best een uitdaging kan zijn omdat het een hele kunst is om met weinig licht goede foto’s te maken. Hoe zorg je er toch voor dat het kaarslicht op de juiste manier in beeld gebracht wordt?
Fotograferen bij kaarslicht: gebruik extra kaarsen
Kaarslicht fotograferen brengt een aantal uitdagingen met zich mee. Een voorbeeld hiervan is dat het licht niet altijd mooi in beeld gebracht kan worden. Er staan kaarsen te branden maar toch heb je niet genoeg licht voor je foto. Dit kun je oplossen door extra kaarsen toe te voegen. Deze hoeven niet perse in het shot te staan, maar zullen wel de gehele kamer nog meer verlichten. Als je werkt met net iets meer kaarslicht kun je ook de ISO-waarde en sluitertijden beter instellen waardoor de foto nog mooier wordt.
Lukt het niet om het met kaarslicht op te lossen? Schaf dan een externe lamp aan met dezelfde kleur als het licht van de kaarsen. Heb je een witte lamp? Dan ga je slechte foto’s krijgen, zorg er dus echt voor dat je warme kleuren toevoegt. Hiervoor zijn speciale kappen te koop, maar bij de meeste fotografie lampen zijn deze gewoon inbegrepen.
Plaatsing van de kaarsen
Wanneer je tijdens het fotograferen werkt met kaarslicht zijn er twee manieren die het meest gebruikt worden om de kaarsen op de juiste locatie te plaatsen. Je kunt er voor kiezen om de kaarsen duidelijk zichtbaar in beeld te plaatsen of juist buiten het beeld. Weet je nog niet zo goed wat jouw voorkeur heeft? Probeer dan beide opties uit en benut je creativiteit. Welke van de twee opties jij kiest heeft invloed op hoe anderen naar jouw foto kijken. Denk dus goed na over welke sfeer je wilt overbrengen. Ook is het belangrijk dat de plek waar je de kaarsen neerzet niet te veel afleid van het onderwerp in de foto.
Meestal zijn kaarsen een onderdeel van het geheel en brengen ze puur en alleen sfeer aan een foto. Het focus punt is daarom meestal ook een groot geheel zoals een overzicht foto. Vind je het leuk om de kaarsen duidelijk in beeld te zetten? Dan is het natuurlijk wel belangrijk dat je kiest voor mooie kaarsen want lelijke kaarsen kunnen de foto alleen maar slechter maken.
Verspreid de kaarsen en let op de belichting
Nu je weet of je de kaarsen binnen of buiten het beeld wilt hebben, kun je naar de volgende stap gaan. Net als bij het fotograferen met normaal licht is het ook bij kaarslicht een goed idee om het licht te verspreiden. Zet de kaarsen dus niet allemaal in dezelfde hoek neer. Op deze manier zorg je er voor dat je meer licht in je foto krijgt en het tegelijkertijd niet te veel schaduwen oplevert. Toch kun je wel spelen met schaduwen en licht om de sfeer een andere twist te geven.
Zijn de kaarsen zichtbaar in het shot? Dan is de kans groot dat jouw camera door het kaarslicht “denkt” dat er genoeg licht is voor het gehele plaatje. Door het felle kaarslicht kan het dus zo zijn dat de camera het shot onderbelicht. Je kunt er dan voor kiezen om de foto juist een beetje overbelicht te maken. Dit kun je doen door de sluitertijd of ISO te verhogen. Daarnaast kun je gebruik maken van de exposure compensation, ook wel AEB genoemd. Als je één van deze opties gebruikt moet je er wel op letten dat de instelling niet zo hoog staat dat de kaarsen te fel zijn. Daarnaast is het verstandig om in te zoomen op de vlam om te kijken of deze niet bewogen is. Is dit wel het geval? Dan staat de sluitertijd te laag en zul je deze moeten verhogen.
Fotograferen bij kaarslicht: zet je flitser uit
Als je foto’s maakt waarbij je werkt met kaarslicht heeft het zoals hierboven al beschreven weinig zin om een flitser aan te zetten. Doe je dit wel? Dan is het hele effect van het kaarslicht weg tenzij je een speciaal opzetstuk hebt voor je flitser. Als je de brandende kaarsen goed op de foto wilt zetten zul je dus je flitser uit moeten zetten. Over het algemeen is het beter om helemaal geen extra lichten te gebruiken dan in de foto al zichtbaar zijn. Kun je niet genoeg licht krijgen door de ISO en de sluitertijd te verhogen? Dan kun je wel kijken naar een speciale externe lamp voor film en fotografie. Hiermee krijg je meer controle en betere resultaten dan een flitser.
Een flitser met gekleurde gel
Hierboven heb je kunnen lezen waarom het belangrijk is dat je de flitser niet gebruikt. Deze volgende tip is alleen van toepassing als je al een flitser hebt en deze toch wil gebruiken. Om op de juiste manier een foto te maken met flitser is het belangrijk dat je een oranje opzetstuk koopt. Dit is speciaal bedoeld om over de voorkant van je flitser te klikken.
Door de gekleurde gel dimt de felle flits een beetje en ontstaat er juist een warm licht in plaats van een wit licht. Dit is precies wat je voor je foto nodig hebt. Wil je de kleur precies goed hebben? Dan is het aan te raden om met verschillende kleuren gel te gaan experimenteren. Je komt er op deze manier vanzelf achter wat het beste werkt. Naast een gel heb je ook een optie om met doorzichtige papieren te werken. Zo hoef je niet heel veel opzetstukken mee te nemen maar heb je met een aantal doorzichtige papieren genoeg om overal an de slag te gaan.
Maak gebruik van natuurlijke reflecties
Wanneer je gebruikmaakt van natuurlijke reflecties krijg je mooiere resultaten dan wanneer je dit onderdeel laat zitten. Reflecties die je kunt gebruiken zijn bijvoorbeeld witte muren en plafonds. Maar ook een wit tafelkleed kan een heel mooi foto resultaat geven. Zeker wanneer je maar weinig licht hebt kan het op deze manier toch lijken alsof je veel licht in je foto gebruikt.
Als je foto’s maakt bij kaarslicht kun je naast de reflecties met de witbalans experimenteren. Het warme kaarslicht wil je namelijk terug laten komen in de foto’s die je maakt. Hiermee geef je de foto al een sfeer mee. Wil je iets minder warm licht in je foto hebben? Stel dan de witbalans van jouw camera in op de automatische stand. Je kunt het beste eerst een beetje spelen met de instellingen totdat je bij het resultaat bent dat je graag wilt hebben. Zit er genoeg warmte in de foto of moet je de witbalans nog een beetje aanpassen? Dan kan het ook helpen om in RAW formaat te fotograferen zodat je achteraf nog veel ruimte hebt om de witbalans te veranderen naar het gewenste resultaat.
ISO-waarde en sluitertijd
Fotograferen bij kaarslicht zorgt er uiteraard voor dat je met heel weinig licht te maken hebt. Je kunt dit compenseren door de ISO-waarde goed in te stellen. Verhoog deze waarde iets en zie het verschil met hoe de instellingen eerst stonden. Het beste is als je de ISO-waarde onder de 400 houdt omdat je dan nog best duidelijke shots krijgt. Zet je de waarde hoger? Dan zul je te maken krijgen met veel ruis. De ruis zie je vooral in grote foto’s erg terug. Bij goede camera’s kun je tot een ISO van 1600 nog goed werken. Toch blijft het verstandig om de ISO niet te hoog te zetten. Beter is om een lamp toe te voegen of de sluitertijd iets te verhogen.
Als je kiest voor een langere sluitertijd krijg je vaak een betere belichting. Waar je wel op moet letten is dat de snelheid van het moment verlaagd wordt en je hierdoor meer kans hebt om iedere beweging vast te leggen. Op deze manier kun je wapperende vlammen dus mooi op de foto zetten. Een te lage sluitertijd zorgt ervoor dat de beweging van de vlam onscherp zal zijn. Probeer hier dus op te letten voor het mooiste resultaat.
Kies voor snelle lenzen bij kaarslicht fotografie
Maak je gebruik van een DSLR camera en ben je in het bezit van meerdere lenzen? Zoek dan de snelste lens uit die je hebt. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een 50mm lens waarbij de F-stop tussen de 1.4 en 1.8 zit. Door te werken met een snelle lens met een laag diafragma heb je meer licht om mee te spelen. Hierdoor is het makkelijker om met een snelle lens een lagere ISO-waarde te hanteren en een snelle sluitertijd in te stellen. Zet het diafragma dus ook zo laag mogelijk bij elke foto die je maakt. Tenzij je natuurlijk wat minder bokeh effect in je foto zichtbaar wil hebben.
Maak gebruik van een statief
Misschien weet je het al maar wanneer je kaarslicht op de foto zet is elke trilling die de camera maakt zichtbaar. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is het handig om een statief te gebruiken. Dit is niet alleen veiliger maar werkt ook een stuk effectiever dan wanneer je uit je hand gaat schieten. Zet de ontspanknop op 2 of 10 seconde of maak gebruik van een externe ontspanknop. Dit maakt dat er geen enkele beweging meer zichtbaar is zodat je de beste resultaat foto krijgt.
fotograferen bij kaarslicht: andere lichtbronnen
Zelfs wanneer je meerdere kaarsen aan jouw setting hebt toegevoegd, kan het soms nog steeds niet genoeg licht geven. Heb je alle andere tips al geprobeerd, maar lukt het je nog steeds niet om de juiste belichting te creëren voor jouw foto? Gebruik dan wat extra licht door bijvoorbeeld een lamp erbij te plaatsen die warm licht geeft. Als je in het bezit bent van een studiolamp kun je bijvoorbeeld een rood, oranje of geel filter voor je lamp plaatsen. Door op deze manier creatief met licht te spelen krijg je vaak ook mooiere resultaten.
Voor zover het artikel over fotograferen met kaarslicht. Uiteraard zijn er nog veel meer dingen over te vertellen. Toch is dit de basis die jou op weg helpt met kaarsfotografie. Kom je zelf in je ontdekkingstocht nog leuke tips weten die er echt in moeten? Laat het ons weten en wellicht zie je jouw tip hier binnenkort ook verschijnen.
